Soms zeg ik tegen een leerling: “Bij de volgende straat mag je rechtsaf.” Toch gebeurt het regelmatig dat er dan juist linksaf wordt geslagen, en andersom komt ook voor. Deze leerlingen hebben moeite met het onthouden van wat links en rechts is. Dit probleem doet zich niet alleen voor wanneer de instructeur of examinator de richting aangeeft, maar ook wanneer ze de aanwijzingen van de navigatie moeten volgen en alleen naar de GPS-stem luisteren.

Om de oorzaken van deze verwarring beter te begrijpen, ben ik dieper in dit onderwerp gedoken. Onderzoek van de Universiteit Leiden laat zien dat ongeveer 15 procent van alle Nederlanders moeite heeft met het onderscheiden van links en rechts, terwijl 85 procent aangeeft hier geen problemen mee te hebben. Volgens neuropsycholoog Ineke van der Ham van de Universiteit Leiden komt dit doordat links en rechts symmetrisch zijn, waardoor het onderscheid voor sommigen minder duidelijk is.

Een ander onderzoek, dit keer van de Universiteit Utrecht, geeft een iets ander beeld. Van de 485 deelnemers wist 46 procent zonder enige twijfel welke kant links en rechts was, maar 42 procent had een geheugensteuntje nodig. Dit herken ik ook bij mijn leerlingen in de lesauto. Zij gebruiken vaak een sieraad aan de rechter- of linkerhand of onthouden welke hand hun schrijfhand is. Sommige leerlingen hebben zelfs een stipje op hun linkerhand getatoeëerd. Tijdens de les wijs ik, net zoals tijdens het examen, vaak aan waar we naartoe gaan om verwarring te voorkomen.

Bijna niemand verwart kleuren als rood en blauw, of begrippen zoals binnen en buiten. Waarom is het dan voor zoveel mensen lastig om links en rechts uit elkaar te houden? Een theorie is dat dit te maken heeft met de manier waarop het brein is georganiseerd. Bij sommige mensen zijn vaardigheden gelijk verdeeld over beide hersenhelften, terwijl bij anderen bepaalde functies, zoals taal of rekenen, meer geconcentreerd zijn in één hersenhelft. Uit ander onderzoek blijkt ook dat mensen met moeite om ruimtelijke vaardigheden toe te passen, zoals het oriënteren in de ruimte, vaak ook problemen hebben met het onderscheiden van links en rechts.

Nu vraag je je misschien af: hoe zit het met voorrang verlenen? Bijna altijd gaat dit goed, omdat leerlingen weten dat op gelijkwaardige kruispunten het verkeer aan de passagierskant voorrang heeft. Gelukkig hebben de meeste leerlingen geen moeite met links en rechts, maar voor degenen die dit lastig vinden, helpen we zoveel mogelijk. Soms leidt dit zelfs tot grappige momenten in de auto.